WELKOM OP MIJN WEBLOG

Dit blog is in de loop der jaren veranderd. Ooit ging het vooral over de bibliotheek, nu gaat het meer over lezen en taal. (Wie denkt: de bibliotheek gaat toch óók over lezen en taal, ziet dat anders dan ik.) Ooit werd het elke dag bijgehouden, nu minder regelmatig. Wat hetzelfde gebleven is: opmerkingen zijn van harte welkom.

zaterdag 31 mei 2008

Twee doelgroepen













Prinses Laurentien leest voor, foto: CPNB

Sinds ik met 23dingen bezig ben denk ik wat vaker na over de toekomst van de bibliotheek dan ik daarvóór deed. Of dat winst is weet ik niet, want vanaf mijn plaats in het geheel kan ik er eigenlijk niks mee, behalve er af en toe iets over opschrijven zolang mijn blog nog in de lucht is.

Ik dacht o.a. over het volgende. Een van de redenen waardoor bibliotheken leden verliezen is dat mensen vaker dan vroeger hun boeken kopen i.p.v. lenen, wat wel een gevolg zal zijn van de toegenomen welvaart. Dit lijkt me minstens twee 'aandachtspunten' op te leveren: 1. zouden de mensen die hun boeken kopen wél naar de bibliotheek willen komen om daar boeken te lenen die niet meer te koop zijn? en 2. zijn er nog groepen die hun boeken niet kopen terwijl ze wél lezen?

Wat betreft 1.: Ik schreef al bij de omschrijving van mijn 'droombibliotheek' (die overigens gewoon schijnt te bestaan in Middelburg, wat jammer genoeg niet naast de deur is; in R'dam is hij er volgens mij níet) dat ik zou wensen dat daar de boeken niet standaard na een bepaald aantal jaren of uitleningen werden weggegooid, maar dat men zou proberen ze te vervangen als dat zinvol werd geacht. Dan kun je, als je voor je verjaardag een recent verschenen boek gekregen hebt van een auteur die je nog niet kende én die je erg beviel, naar de bibliotheek gaan om ook oudere boeken van deze auteur te leren kennen. Ik citeerde al eens de directeur van de OBA, die ongeveer zei: in de boekhandel hebben ze nog maar een paar titels van Vestdijk; wij hebben ze allemaal. (Ik heb overigens nog niet gekeken of het klopt.) Of dit, als het algemeen gebruikelijk was, nieuwe klanten zou trekken weet ik natuurlijk niet, maar dat zou misschien te onderzoeken zijn.

Wat betreft 2.: Ik denk dat er twee belangrijke groepen lezers zijn die hun boeken in elk geval voor een deel, en soms ook allemaal, willen lenen: de jongste en de oudste lezers. Ik ben er van overtuigd dat het heel leuk en heel belangrijk is om kinderen voor te lezen, zowel kinderen die zelf nog niet kunnen lezen als kinderen die dat al wel kunnen. Ik denk dat het de basis vormt voor later leesgedrag en veel bijdraagt aan een goede taalontwikkeling. Meestal is het voor ouders die hun kinderen willen voorlezen niet mogelijk alle boeken te kopen. Een prentenboek heb je snel uit en het kost heel wat. Het is leuk om er zelf een aantal te hebben, maar het is ook leuk om er elke week een paar uit de bibliotheek te halen. En ook hier geldt weer wat ik hierboven schreef: niet te gauw afschrijven en als dat toch moet, proberen de mooiste boeken te vervangen. Er zijn zoveel prachtige prentenboeken van 20 jaar geleden die het nog steeds waard zijn om gelezen te worden. 'De bibliotheek heeft geen bewaarfunctie,' zeggen mijn collega's die de bibliotheekacademie hebben gevolgd dan. Hoezo niet, eigenlijk? Kan die stelling niet eens heroverwogen worden in het licht van de huidige ontwikkelingen?

Ook na de prentenboekentijd is het voor kinderen die graag lezen (en dat zijn er volgens mij best veel) fijn als ze naar de bibliotheek kunnen gaan. Een boek krijgen voor je verjaardag en een voor Sinterklaas en een in de Kinderboekenweek, dat is als je graag leest veel te weinig. Natuurlijk hoor je sommige boeken zelf te hebben (vind ik dan), maar daarnaast kun je er een heleboel lenen. In de bibliotheek kun je soms ook schrijvers ontmoeten (en heel soms zelfs een prinses) of leren hoe je zelf een verhaal schrijft, er wordt elke week voorgelezen, je kunt er misschien wel op een kinderleesclub (en je kunt er ook nog gamen, maar dit even tussen haakjes), en er is in de Kinderboekenweek altijd een groot feest met voorstellingen en schminken en marmeren en schrijvers die signeren enz. enz. (En dát hadden ze in R'dam, in elk geval toen ik nog jonge kinderen had, wél. En het was elk jaar weer heel erg druk en heel erg leuk.) Kortom: zorg dat je kinderen en hun ouders binnenhaalt en vasthoudt.


















Bron: Flickr, foto: Tebis

Een tweede groep die veel plezier aan de bibliotheek kan beleven wordt gevormd door de ouderen. En dan bedoel ik niet de 55+ers of de 65+ers en vaak zelfs niet de 75+ers, maar wel alle mensen die afhankelijk zijn van grote-letter-boeken (soms zijn die natuurlijk nog níet oud, maar meestal wel) of die in een zorginstelling wonen waar je vaak zelfs geen ruimte meer hebt voor een klein eigen boekenkastje. Grote-letter-boeken koop je meestal niet zelf. Ze zijn duur en nemen veel plaats in. Hier is de bibliotheek onmisbaar lijkt mij. En als je in een zorginstelling woont ben je afhankelijk van wat daar in de bewonersbibliotheek staat, maar daar heb ik het al eerder over gehad. Kortom: zorg als bibliotheek dat je ouderen zo goed mogelijk van dienst bent.

Natuurlijk zitten er tussen heel jong en heel oud nog verschillende andere groepen klanten en potentiële klanten. Het is vanzelfsprekend de moeite waard te proberen die ook vast te houden of te winnen voor de bibliotheek. Maar ik vind dat de twee groepen die ik hierboven noemde in elk geval erg belangrijk zijn en dat ze speciale aandacht verdienen, en dat we niet moeten denken dat ze vanzelf wel (blijven) komen.

woensdag 28 mei 2008

'Beproeft alle dingen; behoudt het goede.' *














Foto gevonden via Google-afbeeldingen

Wie mijn stukje van gisteren las zal waarschijnlijk denken met een oer-conservatief op bibliotheekgebied van doen te hebben. Net zoals sommige streekromanschrijfsters af en toe een kerkgang in hun verhaal moffelen om voor een ruimere groep lezers aantrekkelijk te zijn (denk ik wel eens), ben ik zo slim geweest de e-reader te noemen als bewijs van het feit dat ik heus wel met m'n tijd meega, maar daar trapt natuurlijk niemand in.

Conservatief op bibliotheekgebied zou ik me niet willen noemen en ben ik hopelijk ook niet, maar behoudend, ja dat wel. Door alles wat ik over 2.0 geleerd heb denk ik steeds vaker iets als 'laten we het kind niet met het badwater wegooien' of andere zegswijzen. Voortdurend hoor ik: de wereld verandert, dus de bibliotheek moet meeveranderen. Ongetwijfeld is dat waar. Maar waarom hoor ik nooit eens iets als 'de wereld verandert, maar de bibliotheek is een stabiele factor'? Zou dat nou werkelijk zo gek zijn? (Of wordt het wel gezegd, maar is het mij ontgaan?) Hetzelfde geldt voor al die rijdende treinen waar we op moeten springen en al die boten die we dreigen te missen en al die klokken die op 5 voor 12 staan. Hebben we ons er wel in verdiept waar die treinen en boten heengaan? En willen we eigenlijk niet liever vliegen? Of op de fiets? En waarom denken we dat die klokken om 12.00u precies zullen ontploffen? (Zaten jullie ook in angst toen de nieuwe eeuw aanbrak? Dat viel gelukkig ook nogal mee.)

Wat hebben alle veranderingen het onderwijs gebracht? Wat hebben alle veranderingen de gezondheidszorg gebracht? Wat hebben alle nieuwe snelwegen ons gebracht? Wees gerust, ik hou zeer zeker níet van TON (maar kijk voor de aardigheid toch eens even hoe 2.0 ze daar zijn, en de boot hebben ze zo te zien ook niet gemist...) . Wél ben ik trots op de bibliotheek en dat wil ik graag blijven.

Dit was weer een beetje ding 22. Maar ik heb nog steeds niet de moed er écht aan te beginnen.

* 1 Thessalonicensen 5:21, Statenvertaling

dinsdag 27 mei 2008

Fantasie














Bron: Flickr, foto: Czech techie

Ik kan er maar niet toe komen ding 22 en 23 te gaan doen. Kwestie van de laatste loodjes neem ik aan. Als kleine vooruitblik op ding 22 wil ik iets opschrijven over mijn 'droombibliotheek', die ik vannacht, weliswaar wakker liggend, bij elkaar fantaseerde. Het is een bibliotheek voor mij en voor 'mijn soort mensen' (er voor het gemak maar even vanuit gaand dat ik tot een soort hoor): 'ouderwetse' lezers & literatuurliefhebbers (waarbij ik het begrip 'literatuur' ruim opvat). Het is zeker niet de enig mogelijke bibliotheek die ik me kan voorstellen en ook niet de enige 'goede', maar wél de bibliotheek waar ik het liefst naartoe zou gaan, of misschien de afdeling van een grote bibliotheek waar ik me het meest zou thuisvoelen.

Wat is daar te vinden? Om te beginnen boeken, boeken en nog eens boeken, kasten vol en dan niet van die lage kastjes waar je overheen kijkt. De nieuwste boeken staan er net zo snel als in de boekwinkel, groot voordeel is daarnaast dat je er ook nog boeken kunt vinden die in de winkel allang niet meer koop zijn. Dus: niet alles wordt na tien jaar (of nog eerder) afgeschreven! Integendeel, een boek dat versleten is en nog de moeite waard gevonden wordt (waarbij de lezers uiteraard inspraak hebben), wordt vervangen; als dat niet meer via de NBD kan zoekt men het tweedehands. Een eigen binder is dus nodig. (Die kan dan meteen ook cursussen geven.) Via een prima catalogussysteem kun je in elk geval boeken zoeken in heel Nederland en liefst ook daarbuiten.

Mijn droombibliotheek is niet ingericht door Wim La Feber, maar b.v. door Piet Hein Eek. Er staan stoelen en banken die lekker zitten. Er is goed & aangenaam licht. Het is er rustig maar niet per se doodstil. Er zijn kranten en tijdschriften. Je kunt er koffie drinken. Je mag er een broodje eten. Er is een tafel om te schrijven of een krant neer te leggen. Er zijn genoeg computers die het ook nog 's allemaal doen. Personeelsleden zijn onopvallend aanwezig maar altijd bereid je te helpen. Zij zijn belezen en praten daar op verzoek graag over. Als je hun om een leesadvies vraagt grijpen ze niet acuut naar een woordenwolk. Er hangen foto's van schrijvers. Je kunt, net als in het Letterkundig Museum, de stem van allerlei schrijvers horen. Er worden lezingen gehouden. Je kunt er schrijvers ontmoeten. Er is elke maand een talkshow zoals die van Pieter Steinz bij Donner. Er worden cursussen gegeven die met lezen & boeken te maken hebben.

Af en toe is er een grote-letter-ochtend. (Dan is dat ook maar vast geregeld.) Je kunt je opgeven om daar aan mee te helpen, omdat mensen die voor hun leesplezier van grote letters afhankelijk zijn vaak op meer punten afhankelijk zijn. De grote-letter-lezers krijgen op die ochtend speciale aandacht: de nieuwste boeken liggen klaar en ze kunnen op hun e-reader (die betaald is door de zorgverzekering) vanalles downloaden en het dan zelf vergroten. Zo nodig worden ze ook daar bij geholpen.

Je gaat graag in deze bibliotheek zitten lezen en maakt af en toe een praatje met een andere lezer. Elders in het gebouw of elders in de stad zijn de 'jongeren-zone' en de jeugdbibliotheek en de dvd-uitleen enz. enz. Daar is het ook allemaal heel leuk, maar daar heb ik het nu even niet over.

Toen viel ik in slaap.

Kent iemand zo'n bibliotheek in de buurt? Dan ga ik er eens heen.

Het was gisteren drie maanden geleden dat bekend werd dat de bibliobussen per 1-1-2009 niet langer zullen rijden. Hoewel ik onderstaande mening blijf toegedaan gebruik hem vandaag voor 't laatst als slotzin:

En bovendien ben ik van mening dat de bibliobus behouden moet blijven.

vrijdag 23 mei 2008

Mevrouw F.










Bron: Flickr, foto: Manhattan Observer

Op mijn stukje van gisteren over de vijf A's kreeg ik een reactie van collega Treelertrash. Omdat misschien niet iedereen die dit blog leest ook de reacties bijhoudt zet ik hem hier ook even.

Schrijverdezes,
Onlangs was ik in de Stadsbibliotheek Vlaardingen. De 'ouderwetse' inname/ uitleenbalies 2008 mét personeel zijn daar vervangen door automaten. Een lezer, mevr. F., die ik ken van de uitlening met de bibliobus in de Westwijk vroeg of ik haar kon helpen met de automaat, ze kreeg de boeken niet op haar pasje. In de bibliobus helpen wij deze mevrouw met van alles (groot letterboeken, de Opzij, luchtvering laten zakken) en in deze moderne bibliotheek, zónder balies, wordt ze aan haar lot overgelaten. Kortom, nog even wachten op 2018 en mooi strandweer.
Laterrrr Trash


Tja.

En bovendien ben ik van mening dat de bibliobus behouden moet blijven.

donderdag 22 mei 2008

Vijf A's

sign 5 Copper Lowercase Letter x A

Gisteren las ik op ZBDigitaal een stuk over Erno Mijland met als titel 'Maatwerk in het kwadraat' en zag een filmpje over een lezing van hem. Mijland noemt als belangrijke eigenschappen voor een bibliothecaris de 5 A's van 'klantvriendschappelijkheid':

- Aandacht
- Aardig
- Attent
- Alert
- Authentiek

In het filmpje zie je wat hij zich o.a. voorstelt bij de bibliotheek van de toekomst: je ligt op het strand Elsschot te lezen (en ik vond het nou toch zo leuk dat hij Elsschot als voorbeeld nam!) en je kunt, als je je ogen liever een poosje dicht wilt doen, worden voorgelezen uit Elsschot via je iPod (versie 2018), je krijgt een sms-je van je bibliotheek om je te attenderen op een expositie over Elsschot en op een toneelstuk van hem, en de bibliotheek kan meteen de kaartjes voor je reserveren. Kortom, de 5 A's.

Ik vertelde vanmorgen over dit filmpje aan collega Bozbezbozzel en die zei: 'Ja, dat is nou precies wat ze in de bibliobussen doen: persoonlijke aandacht geven aan de klanten. Weet je nog dat de chauffeur in dat filmpje (op tvRijnmond) zei: "Dus deze zijn voor Gerben?"' Ja, ik wist het nog en ik geloof dat collega Bozbezbozzel helemaal gelijk heeft: die klantvriendschappelijke bibliotheek met de 5 A's, die bestaat al. Maar helaas, het experiment wordt binnenkort beëindigd. Rare wereld, die bibliotheekwereld, denk ik wel eens.

En bovendien ben ik van mening dat de bibliobus behouden moet blijven.

woensdag 21 mei 2008

Vrfctwrd vd dg 2

Gisteren vond Annamuis een mooi verificatiewoord op mijn blog. Vandaag vond ik er zelf een op het blog van Informatiegebruiker:






Dat het leesbaar Nederlands is, is tamelijk uniek. Hoe groot zou trouwens de kans zijn dat je dit woord ooit nog 's tegenkomt als verificatiewoord? Is er een bèta in de zaal?

En bovendien ben ik van mening dat de bibliobus behouden moet blijven.

maandag 19 mei 2008

De bus in het Jeugdjournaal











De bibliobus in Vlaardingen
Foto: TreelerTrash


Wie de bibliobus in het Jeugdjournaal van afgelopen donderdag wil zien kan hier klikken. Het gedeelte over de bus komt aan het eind.

Net als de geïnterviewde kinderen ben ik van mening dat de bibliobus behouden moet blijven.

Zelfbeeld











Foto gevonden via Google-afbeeldingen

Gisteren verbaasde ik mij over het grote aantal treffers dat je krijgt als je bij Google 'stoffig imago bibliotheek' intikt. Vandaag lag de nieuwe 'inZine' op mijn bureau en daarin las ik deze zin: 'Klop het bibliothecarissenstof van je jas en dompel je een avondje onder in de wereld van het gamen.'
Waarom doen we dit toch? Ik heb niks tegen zelfkritiek, evenmin iets tegen zelfspot. Integendeel. Maar waarom scheppen bibliothecarissen er toch zo'n genoegen in zichzelf of hun collega's af te schilderen als stoffig? Is lezen stoffig? Zijn boeken stoffig? Zijn bibliotheken stoffig? Zijn mensen die boeken uitlenen stoffig? Hou toch op!! Natúúrlijk zijn sommige boeken ouderwets en sommige bibliotheken verouderd en sommige lezers vastgeroest en sommige bibliothecarissen aan hun pensioen toe. Maar boeken kunnen evengoed revolutionair zijn, lezers zijn vaak ruimdenkender dan niet-lezers, bibliotheken worden gebouwd door de modernste architecten en veel bibliothecarissen zijn geheel van deze tijd, ook al zijn ze misschien geen 25 meer.
Dus: laten we er alsjeblieft nu eens mee stoppen onszelf & elkaar & ons vak stoffig te noemen. Voor je het weet ga je je ernaar gedragen en dan is het te laat.

En bovendien ben ik van mening dat de bibliobus behouden moet blijven.

zaterdag 17 mei 2008

Een theorema









Foto gevonden via Google-afbeeldingen

Een paar dagen geleden moest ik opeens denken aan een zin die ik vroeger geleerd heb: 'If men define situations as real, they are real in their consequences'. Die zin kwam bij me boven in verband met de negatieve geluiden die ik soms hoor of lees, zowel m.b.t. mijn eigen werk (het samenstellen van wisselcollecties voor zorginstellingen) als over de bibliotheek in het algemeen. Geluiden als: te duur, over 5 jaar verdwenen, niet meer van deze tijd, belangstelling loopt terug, stoffig imago, en bedenk er zelf nog maar een paar. (Zoek eens op Google naar stoffig imago bibliotheek en kijk wat er gebeurt.)

Ik vroeg me af waar die zin ook alweer vandaan kwam, en dan zijn Google en Wikipedia natuurlijk handig: het is het zogeheten Thomas-theorema. Voor zover ik het begrijp is dat sterk verwant aan de 'self-fulfilling prophecy', een begrip dat waarschijnlijk ruimere bekendheid geniet. Een (bekend) voorbeeld van zo'n self-fulfilling prophecy is b.v.: in de krant staat dat er over een aantal maanden een tekort aan koffie dreigt vanwege nachtvorst in Brazilië; de koffieverslaafde consument rent naar de winkel om flink te hamsteren en ziedaar, het tekort is al een feit voordat de oogst in Brazilië goed en wel achter de rug is. Of: het vriendje van je dochter kan nooit goed genoeg zijn, want voor jouw dochter is nu eenmaal alleen de beste goed genoeg; vriendje komt kennismaken en zegt allemaal domme dingen doordat hij zich slecht op zijn gemak voelt, want je dochter had hem verteld: mijn ouders vinden nooit iemand goed genoeg.

Als ik het betrek op mijn eigen werk bedenk ik b.v. dit: je vreest dat het er dik inzit dat wij de bibliobussen achterna gaan en dat over een paar jaar dit product niet meer geleverd wordt; waarom zouden we nog investeren in een product dat binnenkort waarschijnlijk toch niet meer bestaat; de collectie wordt langzamerhand minder mooi omdat er minder aangeschaft wordt; de klanten vinden de prijs-kwaliteitsverhouding niet acceptabel meer en haken af; en inderdaad: het product is over vijf jaar niet rendabel meer en wordt opgeheven.

Voor de bibliotheek als geheel is een dergelijk scenario waarschijnlijk ook wel te bedenken. Ik waag me er maar niet aan, omdat ik van bibliotheken te weinig weet, maar echt moeilijk lijkt het me niet te verzinnen.

Wat wil ik hiermee zeggen? Kort samengevat: wees voorzichtig met onheilsprofetieën, want voor je het weet gaan ze een eigen leven leiden en vervullen ze zichzelf.

Gelukkig is er hoop: ook de self-denying prophecy bestaat. Een voorbeeld: je hoort dat er over 10 jaar een overschot aan tandartsen zal bestaan; veel mensen denken: ik ga maar geen tandheelkunde studeren want dan kom ik misschien niet aan het werk; over 10 jaar blijkt er daardoor juist een tekort aan tandartsen te zijn.

Dus: laten we ervoor zorgen dat de onheilsvoorspellingen over de bibliotheek in hun tegendeel verkeren! Hoe doen we dat? Dat kan ik helaas niet vertellen. Informatiegebruiker schreef er al een mooi stuk over. Niet over alle ideeën die daarin worden aangedragen ben ik enthousiast, maar het enthousiasme voor de goede zaak deel ik wél. Ik hoop dat veel mensen uit de bibliotheekwereld het delen en met hun eigen ideeën komen. En dat er een mogelijkheid komt dat allemaal aan elkaar te koppelen. En dat de bibliotheekwereld iets (liever: veel) daarvan gaat uitstralen. Dan kunnen we misschien gezamenlijk het tij keren, of zelfs in zijn tegendeel doen verkeren. Er lijken mij nog best wat braakliggende terreinen te zijn waar de bibliotheek zich kan manifesteren, naast reeds ontgonnen gebieden waar we nog altijd beter voor de dag kunnen komen, zowel op 'digitaal' gebied als 'IRL'. Voor beide gebieden zijn enthousiaste mensen nodig die elkaar de ruimte geven. En, ja natúúrlijk, het zijn géén gescheiden gebieden.

Dit lijkt al op ding 22 geloof ik, maar zo was het eigenlijk niet bedoeld.

En bovendien ben ik van mening dat de bibliobus behouden moet blijven.

woensdag 14 mei 2008

Wereldbeeld











Bron: Flickr, foto: girhula

'De komst van internet versnippert ons wereldbeeld: we zien van alles, maar we kennen de verbanden niet.'

In de bijlage 'Zaterdag&cetera van NRC Handelsblad van het afgelopen weekend stond een interview met Egbert Dommering, die afscheid neemt als hoogleraar informatierecht. Voor zover ik kan nagaan is het artikel alleen te openen door abonnees, dus wie het helemaal wil lezen moet even naar de Krantenbank. Het gedeelte dat het meest aansluit bij onze cursus zie je hieronder.

Bron: NRC Handelsblad 10-5-2008, auteur: Daniela Hooghiemstra

(...) Bent u als voorvechter van vrije communicatie blij met de komst van internet?
Met de makkelijke toegang ben ik blij. Maar niet als die ertoe leidt dat consumenten niet meer voor informatie willen betalen. Dan staat alles rijp en groen op het internet, terwijl krantenredacties gaan bezuinigen. Omdat alleen nog betaald wordt voor reclame, verdwijnt het intellectuele eigendom. Die squeeze is heel gevaarlijk. Politici gaan zich dan alleen nog maar laten leiden door de oprispingen van burgers op websites, terwijl de overheid voort banjert met de opslag van gegevens van burgers en het verzorgen van nieuws via voorlichters. Dan heb je een crisis van de elites.

Wat bedoelt u?
Ik heb pas In de schaduwen van morgen weer gelezen van Johan Huizinga. In mijn studententijd vond ik dat een tamelijk reactionair verhaal. Maar nu herken ik de noodzaak van een beschavingsideaal, zoals Huizinga dat noemde. Algemene maatschappelijke frustraties zonder enige samenhang, worden door bewegingen als TON verheven tot politiek. We zijn boos, want we staan in de file. In plaats van dat serieus wordt nagedacht over hoe we verder gaan met Europa, of hoe we de islam in onze samenleving integreren.

Heeft u met het openen van al die communicatiekanalen voor deze crisis niet zelf de basis gelegd?
Ik heb geijverd voor grotere participatie. Maar dat het internet zo'n vlucht zou nemen, kon niemand voorspellen. Achttien jaar geleden schreven ik en twee collega's een rapport over de toekomst van het elektronische communicatiebeleid. Daar staat van alles in, maar niet dat internet zo belangrijk zou worden. Terwijl dat de echte revolutie is geweest. De komst van internet versnippert ons wereldbeeld: we zien van alles, maar we kennen de verbanden niet.

Bent u alleen maar pessimistisch over de gevolgen van die revolutie?
Ik denk dat er vanzelf een marktcorrectie komt, dat de behoefte aan redactie, duiding en selectie zal toenemen. Dat er nieuwe poortwachters komen. Maar ik zie intussen wel een mens ontstaan zonder context. Een openbare persoonlijkheid die zijn intellectuele bagage ontleent aan wat Google tevoorschijn tovert. Die stemt op de partij die de stemmachine op basis van een vragenlijstje voor hem selecteert. Die weet hoe je ergens moet komen dankzij de tomtom, maar niet weet wáár hij is. Omdat alle vakantieoorden er hetzelfde uitzien. Die mens zonder wereldbeeld doet mij denken aan de Mann ohne Eigenschaften van Robert Musil.

We kennen onszelf in het ik-tijdperk toch juist beter dan ooit?
Onder eigenschappen versta ik meer dan alleen met jezelf bezig zijn. Het gaat om de vraag hoe een mens zich verhoudt tot zijn omgeving. Als ik reis, wil ik weten wat voor mensen daar wonen en wat daar politiek en historisch aan de hand is. Ik houd van de manier waarop Slauerhoff landschappen beschrijft: waar begint het, waar houdt het op, wat zijn de bijzondere kenmerken? Ik verzamel kunst om in gesprek te zijn met wereldbeelden die mijn eigen beperkte wereld overstijgen, maar waar ik toch iets mee gemeen heb. Om je te verhouden tot je omgeving is intellectuele inspanning nodig. (...)


En bovendien ben ik van mening dat de bibliobus behouden moet blijven.

woensdag 7 mei 2008

De bus weer in de krant











Twee bussen in Vlaardingen-West
Foto: TreelerTrash, zie ook
bibliobussen's photostream bij Flickr

Het zal vast niet volgens de regels zijn, maar het gaat over de bus, dus ik doe het toch maar. Het was me aanvankelijk ontgaan maar collega Bozbezbozzel wees me er alsnog op: vorige week stond er een stuk in NRC Handelsblad over (het verdwijnen van) de bibliobus. Klik hier om het te lezen.

En bovendien ben ik van mening dat de bibliobus behouden moet blijven.