WELKOM OP MIJN WEBLOG

Dit blog is in de loop der jaren veranderd. Ooit ging het vooral over de bibliotheek, nu gaat het meer over lezen en taal. (Wie denkt: de bibliotheek gaat toch óók over lezen en taal, ziet dat anders dan ik.) Ooit werd het elke dag bijgehouden, nu minder regelmatig. Wat hetzelfde gebleven is: opmerkingen zijn van harte welkom.

zondag 31 augustus 2008

Onder woorden













Grossman in Amsterdam
Foto van deze website

Vanwege gebrek aan actuele inspiratie, of misschien beter gezegd aan zin om wat me door het hoofd gaat in een blogpost om te zetten, even iets ouds waar ik onlangs weer eens aan moest denken.

Bij David Grossman, de Israëlische schrijver van de mooie jeugdboeken Het zigzagkind en De stem van Tamar, van een aantal romans voor volwassenen waarvan vooral Zie: liefde indruk op me heeft gemaakt, en van artikelen en boeken over het Palestijns-Israëlisch conflict, las ik jaren geleden (waar weet ik niet meer) het volgende. In het Hebreeuws bestaat geen term voor wat wij 'frustratie' noemen. Toen Grossman het woord voor het eerst in het Engels tegenkwam realiseerde hij zich ineens wat frustratie eigenlijk was en werden gevoelens die tot dan toe vaag waren gebleven omdat ze niet goed te benoemen waren hem opeens duidelijk. Hij vertelde dit geloof ik om aan te geven hoe taal je denken beïnvloedt. Vraag me niet hoe het precies zat, maar het voorbeeld is me bijgebleven.

Op de een of andere manier heeft dit toch weer te maken met de rol van de bibliotheek: hoe meer woorden je leert kennen hoe beter je situaties zult kunnen benoemen en begrijpen. Of dat altijd prettig is, is natuurlijk de vraag: als je niet weet wat frustraties zijn heb je er misschien ook geen last van.

zaterdag 30 augustus 2008

Een kijkje in Delft

















DOK Delft, begane grond
Rechts zijn de themakasten te zien

Bron: Flickr, foto: equilegna1

Lang geleden heb ik een tijdje in een ziekenhuis gewerkt. We hadden daar een hoofdzuster van wie verteld werd dat ze in haar vakantie in een ander ziekenhuis ging werken. Ik moest even aan haar denken toen ik op een van de twee vrije dagen die ik de afgelopen week opgenomen heb naar Delft ging om daar DOK te bekijken. Van er werken was uiteraard geen sprake, al zou me dat geloof ik best wat lijken. Na alles wat ik over deze bibliotheek gelezen heb wilde ik hem graag eens zien en ik ben er wat gaan rondlopen.

Collega Annemarie, die er gewerkt heeft, vertelde me een keer dat DOK is ingericht door Aat Vos, die ook het interieur van de ZB in Middelburg verzorgd heeft. Dat zou ik niet geraden hebben, want terwijl de inrichting van de ZB niet echt opvallend is, is dat in Delft anders: een witte vloer, zwarte kasten, een turquoise trap, gele balies, rode stoelen, oranje computermeubels en dan zal ik nog wel het een en ander vergeten.

Vond ik het er leuk? Ja. Wat ik o.a. leuk vond was:
- Het is er ruim en licht.
- De kasten op de romanafdeling staan niet in lange rijen maar vormen een soort kamertjes waar je in kunt lopen en waar je niet door iedereen gezien wordt.
- Tussen de boeken in de kast zijn sommige boeken frontaal neergezet. Ook zijn er tafels waar boeken op liggen. De kasten hebben onderaan een brede plank waarop ook boeken liggen. Hierdoor trekken de boeken veel meer aandacht dan als je alleen maar ruggen ziet.
- Op de afdeling informatieve boeken staan themakasten met allerlei thema's, zoals 'Wandel- & fietsroutes', Solliciteren', 'Stress & onthaasting', 'Pubers', 'Ouderen', 'Dipje of depressie', 'Zomers genieten' en nog zo het e.e.a. Aan die kasten zit een brede plank waarop boeken en soms folders liggen en in de kast staan meer boeken over het onderwerp.
- Ik zag een jongen met een laptop aan een tafel zitten, met een snoer naar een stopcontact en met een dienblad naast zich waarop een lege koffiebeker en een taartbordje stonden. Dat kwam erg 'klantgericht' op me over.
- De computers hebben een prettig toetsenbord en een echte muis.
- Vier jochies vermaakten zich uitstekend met een spelcomputer en zorgden voor een levendig achtergrondgeluid.

Een paar dingen bevielen me minder:
- Op de romanafdeling zijn de bordjes die aangaven welke letters in de kast staan haast onleesbaar klein.
- De kinderafdeling vond ik niet echt gezellig.
- Ik houd niet van een zebratapijt en van extreem vormgegeven stoelen en computermeubels, d.w.z. niet in een bibliotheek. Ik krijg dan altijd het gevoel dat daaruit moet blijken dat we als bibliotheek heus wel 'hip' zijn en dat komt op mij een beetje geforceerd over. Maar over smaak valt te twisten natuurlijk.
- Waarom situeer je een 'Lees en Schrijfpunt' voor laaggeletterden voor het raam aan de straatkant? Ik zou daar zelf als ik laaggeletterd was niet willen zitten.
- Er waren maar weinig mensen. Ook achter de meeste computers zat niemand.

Dit was slechts een momentopname en ik heb ook niet alles gezien. Pas thuis zag ik bij de (vele) foto's op Flickr wat ik allemaal gemist heb, b.v. de tijdschriften en de jeugdzone. Maar ik heb in elk geval genoeg gezien om dit te kunnen zeggen: ik vind het absoluut een bibliotheek met allure & uitstraling, waar boeken naast alle andere zaken een duidelijke rol spelen. Ik vind dat het gebouw iets feestelijks heeft en dat zouden van mij alle bibliotheken mogen hebben. Jammer dat er maar zo weinig mensen waren, maar dat ligt misschien aan het tijdstip (vrijdagmiddag rond 15:30u). Ik hoop nog eens te gaan om de rest te zien.

vrijdag 29 augustus 2008

Strand & krant







Als vervolg op dit stukje:

Het bericht is weliswaar aanzienlijk bescheidener dan dat in De Telegraaf en geen voorpagina- maar achterpaginanieuws, maar de strandbibliotheek heeft nu toch ook NRC Handelsblad gehaald. Frits Abrahams besluit zijn column vandaag als volgt:





Lezen & lopen

















Het einddoel

Vorig jaar ging ik met vakantie naar de Dordogne. Op mijn werk staan in de gang enkele prototypes van 'flexibele boekenkasten', waarin uiteraard ook wat boeken staan. Mijn oog viel op een daarvan: Een stap en dan de volgende van Pierre Bergounioux, dat bleek te spelen in de streek waar ik naartoe zou gaan. Daarom ging ik dat boek lezen. Het bleek een moeilijk boek, maar het boeide me voldoende om het uit te lezen. Het gaat over een arme jongeman die in de verte een meisje ziet uit een beter milieu en die zo van haar onder de indruk is dat hij besluit er alles aan te doen om haar te kunnen benaderen. Hij beseft dat het vele jaren zal duren, maar zijn ideaal geeft hem kracht en hij begint met het leren van het officiële Frans (hij sprak alleen een regionale taal). Hij werkt als houthakker, spaart zoveel mogelijk en bestudeert in zijn vrije tijd een grammaticaboek. Een onderwijzer voor wie hij bijzondere vlinders vangt helpt hem. Dan krijgt hij een ongeluk: een grote houtsplinter dringt in zijn oog en het oog gaat verloren. Dit heeft als gevolg dat hij niet wordt opgeroepen voor de oorlog (WO I). Omdat in de oorlog veel mannen omkomen kan de hoofdpersoon van het verhaal met zijn gespaarde geld veel land kopen. Hij begint een bosbouwbedrijf. Door jaloerse dorpsgenoten wordt hij tegengewerkt, maar hij zet door. Het meisje waar hij dit allemaal voor gedaan heeft is inmiddels getrouwd. Hoe het precies verder gaat weet ik niet meer, maar uiteindelijk koopt de hoofdpersoon het landgoed dat van de familie van het meisje was. Zij en haar man zijn inmiddels allebei dood en hun dochtertje zit in een weeshuis. De hoofdpersoon weet het dochtertje daar uit te krijgen en hij gaat met haar op het landgoed wonen totdat ze hem verlaat om te gaan trouwen. Een recensie is te vinden in NRC Boeken.

De beloning voor het uitlezen van dit boek kwam op een onverwacht moment. Op een dag hadden we een wandeling gemaakt in de hitte (30 graden) en tegen het eind begon ik wel érg langzaam vooruit te komen. De laatste paar kilometer naar ons huisje gingen langs een weg die langzaam maar zeker omhoog liep. Dat stuk leek altijd al langer dan het in feite was en nu leek het me haast onoverkomelijk. Opeens herinnerde ik me het boek met de wel zeer toepasselijke titel en begon het verhaal na te vertellen, ongeveer zoals het hierboven staat, maar dan wat uitgebreider. Toen ik uitverteld was, bleken we al bijna bij het huisje te zijn aangekomen, wat me erg verraste. Misschien een tip voor wie in dergelijke omstandigheden komt te verkeren.















Het boek

donderdag 28 augustus 2008

Niet gegaan










Bibliotheektheater, Rotterdam
Foto van de website van Bibliotheek Rotterdam


Op ZB Digitaal las ik de uitnodiging voor een door DOK Delft georganiseerde Masterclass 2.0. Later las ik dezelfde uitnodiging nog eens in het huisorgaan van ProBiblio. Die Masterclass was gisteren. Tot het laatste moment heb ik getwijfeld, eerst: zal ik me aanmelden, later: zal ik bellen of er nog plaats is? Want het leek me wel iets waar ik bij kon & wilde zijn: het was in Rotterdam (waar ik woon), woensdag is m'n vrije dag, 15 euro is te doen, '2.0' heeft wel niet direct m'n hart maar zeker m'n belangstelling, en het is vast de moeite waard om twee bekende & overtuigde pleitbezorgers te horen praten.

Maar ik ging niet. Waarom niet? Omdat ik niet durfde. Nu ben ik niet bepaald een held, maar naar een lezing durf ik toch normaal gesproken wel. Ik zal vertellen wat me in dit geval tegenhield, omdat ik denk dat het misschien meer mensen heeft weerhouden. Misschien was dat ook juist de bedoeling en dan heeft het (in elk geval voor mij) goed gewerkt, maar misschien was het dat niet en dan is er toch iets misgegaan.

- Om te beginnen maakte het woord 'masterclass' me een beetje bang. Volgens mij is een masterclass een soort openbare les waarbij studenten laten zien wat ze kunnen, terwijl een grootheid in het vak kritisch commentaar geeft. Ik dacht: stel je voor dat ze mij vragen wat ik met 2.0 doe in mijn werk, dan sta ik voor gek.
- Vervolgens de term 'select gezelschap'. Wat moet je daar van denken? Bedoelen ze daarmee de échte 2.0-kenners, zoals Jan, Edwin, 'Essen' en al die andere namen die je vaker dan gemiddeld tegenkomt? Of wordt met 'select' bedoeld dat je invloed moet hebben in de bibliotheekwereld (wat natuurlijk gedeeltelijk met het voorgaande kan samenvallen)?
- Dan: 'het aantal plaatsen is beperkt'. Ik dacht: laat een ander, die er écht in zijn of haar werk mee te maken heeft dan maar gaan, voor mij is het allemaal vrijblijvend en ik wil geen plaats innemen van iemand voor wie het nuttiger is. Gisteren las ik bij Jan dat er 50 mensen waren, terwijl het Bibliotheektheater, waar het bleek te zijn, toch meer dan 150 plaatsen heeft. Hadden die vol gemogen of toch niet?

Ik ben achteraf wel blij dat ik niet gegaan ben want ik denk dat het gezelschap misschien inderdaad tamelijk 'select' is geweest; 50 mensen is niet echt veel tenslotte. En wat er inmiddels zo hier en daar over te lezen is, geeft een beetje de indruk dat het, in elk geval ten dele, een ons-kent-ons gezelschap was. En dat vind ik jammer. Natuurlijk is het fijn dat mensen die overtuigd zijn van het nut van nieuwe ontwikkelingen zich een hart onder de riem kunnen laten steken door een paar Amerikaanse grootheden op dat gebied. Zoiets heb je wel eens nodig als je in de praktijk van alledag met onbegrip en tegenstand te maken hebt. Maar als je wilt dat die ontwikkelingen zich breed gaan verspreiden, of op zijn minst dat er breed over gediscussieerd gaat worden, dan is een term als 'select gezelschap' naar mijn idee toch niet de juiste.

Voor alle duidelijkheid: misschien voelt iemand de behoefte te zeggen dat ik heus welkom was geweest. Dat geloof ik dan meteen, maar daar gaat het me niet om. Het gaat me om het gevoel dat de uitnodiging me gaf: die stemde me treurig. Níet omdat ik me persoonlijk niet welkom voelde, maar omdat ik dacht: de bibliotheek is van ons allemaal en veranderingen beginnen nu eenmaal meestal bij een kopgroep, maar ze moeten vervolgens wél door het 'veld' gedragen worden. En het 'veld' en een 'select gezelschap' zijn verschillende dingen.

Sorry.

Maar uiteindelijk komt alles toch nog goed: dankzij DOK Delft en via het blog van Wouter is alles alsnog te zien! Daar ga ik dan maar eens voor zitten.

woensdag 27 augustus 2008

Iets gemist?















Foto gevonden op deze website

Kijk nou toch eens wat er in NRC Handelsblad (van 26-8) staat. Het is het begin van Dag, de column van Frits Abrahams, op de achterpagina.


















Abrahams schrijft dan verder over een boek dat hij in het appartement vond en dat hem erg beviel, maar daar gaat het natuurlijk niet om. Wat mij nogal verraste is dat Frits Abrahams, die vaak juist van allerlei kleine interessante zaken in de samenleving op de hoogte is, nooit gehoord lijkt te hebben van het fenomeen strandbibliotheek. Daar moet ik iets aan doen, dacht ik, wie weet staat er dan morgen wel iets over in zijn column. Ik wilde reageren op zijn stukje via de website van de krant en hem de site van de strandbibliotheek doorgeven. 'Plaats een reactie' staat er, maar als je doorklikt zie je 'Reageren op dit bericht is niet mogelijk.'

Tja, een brief naar de krant sturen gaat me te ver, maar misschien voelt iemand anders zich geroepen?

Wel leuk trouwens dat daar blijkbaar zoveel mensen zitten te lezen.

Naschrift de volgende ochtend:
Een brief is me teveel moeite, maar een e-mail kan natuurlijk wel, bedacht ik inmiddels. De mogelijkheid om op columns te reageren is net twee dagen geleden geblokkeerd omdat er een nieuwe website komt, maar na enig speurwerk ontdekte ik een algemeen adres. Ik hoop dat mijn bericht de heer Abrahams zal bereiken.

dinsdag 26 augustus 2008

Leuke klus


















Foto van de website van Karwei

Een poosje geleden ging het, n.a.v. het rapport De klant is koningin, over het feit dat veel meer vrouwen dan mannen de bibliotheek bezoeken. Bij bouwmarkt Karwei heeft men naar ik vermoed met het omgekeerde te maken. Wie weet heeft men daar gebrainstormd over wat daar eens aan te doen zou zijn. In elk geval geeft Karwei nu een speciaal klusmagazine voor vrouwen uit: ZieZo geheten. Hier kun je zo'n magazine bekijken (het volgende nummer verschijnt op 1 september, dames).

Toen ik dit zag moest ik denken aan wat pas op LibraryLingo te lezen was n.a.v. het 'Plan van de man', nl. dat we als bibliotheek op dat plan in zouden moeten spelen en profiteren van de publiciteit die het krijgt. Zo'n soort magazine als Karwei uitgeeft, maar dan juist op mannen gericht, zou dat wat kunnen zijn? Met stukken over boeken die vooral door mannen gelezen worden (als die er tenminste zijn...), interviews met lezers, een reportage over iets stoers (zeezeilen ofzo) en de boeken die daar over in de bibliotheek te vinden zijn, vaders die hun kinderen voorlezen, enz. Een afdeling marketing kan daar vast wel iets van maken.

maandag 25 augustus 2008

Lezen & taarten














Foto van de website van LEKKERS, Zoetermeer

In De Pers van vandaag staat een interview met een van de leiders van de groep die onlangs in de OBA een taart in het gezicht van Wijnand Duyvendak duwde. Het begint zo:









Welke 'boekjes' zullen dat geweest zijn? Hoe lang hebben ze er in gelezen? Wat vonden ze ervan? Gaan ze nu vaker boekjes lezen? Als ik dat toch eens wist.

Het werkwoord 'taarten' las ik vorige week voor het eerst en ik dacht dat het nieuw was, maar Google leerde me dat het in 2000 al gebruikt is.

zondag 24 augustus 2008

Over 'De bibliotheek bij nacht'












In de bibliotheek van Alberto Manguel
Foto hoort bij dit artikel uit de elektonische editie van de New York Times

In een filmpje waarin Alberto Manguel te zien is zegt hij, staande voor een boekenkast, dat je niet van elk boek hoeft te houden: 'Not every book is for everyone.' Dat beviel me en het geeft me ook de vrijheid (die ik anders overigens wel had genomen) om te zeggen dat ik van zijn boek De bibliotheek bij nacht niet ben gaan houden. Ik heb het wél met belangstelling gelezen, omdat het onderwerp me na aan het hart ligt: boeken & bibliotheken. Manguel, zelf eigenaar van een bibliotheek van 30.000 banden, weet enorm veel op dit gebied. Wat hij over boeken & lezen weet zal waarschijnlijk uitgebreid aan de orde zijn gekomen in zijn eerdere boek Een geschiedenis van het lezen. In De bibliotheek bij nacht ligt de nadruk op bibliotheken. De kennis van de auteur op dit gebied is indrukwekkend. Hij noemt overigens elke boekenverzameling een bibliotheek, zodat het plankje boven het bed van een kind evengoed een bibliotheek is als de New York Public Library. Een groot aantal bibliotheken trekt in dit boek voorbij, soms bijna letterlijk omdat hij zich b.v. op een ezel bevindt. Manguel vertelt over bibliotheken over de hele wereld en het lijkt of hij ze ook allemaal bezocht heeft, over bibliotheken van voor onze jaartelling, over bibliotheken in prachtige gebouwen, over een bibliotheek in grotten, over een bibliotheek in dozen en zo zou ik nog even door kunnen gaan als ik het niet alweer vergeten was.

De hoofdstukken hebben enigszins geheimzinnige titels als De bibliotheek als mythe, De bibliotheek als macht, De bibliotheek als schaduw, De bibliotheek als toevalsfactor, De bibliotheek als middel tot overleven, De bibliotheek als thuis; in totaal zijn het er 15 plus een voorwoord en een conclusie. In elk van deze hoofstukken wordt de bibliotheek vanuit een ander gezichtspunt benaderd. Dat vond ik wat verwarrend en het droeg zeker niet bij aan het onthouden van e.e.a., maar hij vertelt er vaak wél aardige verhalen bij. B.v.: In 1702 hoorde een wetenschapper in Denemarken dat de arme bewoners van IJsland de bibliotheken van hun land hadden leeggeroofd om van het perkament kleren te maken. Er waren ruim 600 jaar oude exemplaren van de Edda bij. Deze wetenschapper deed er tien jaar over om alles (verknipt en wel) weer terug te krijgen en naar Denemarken over te brengen. Daar is de buit helaas na 14 jaar door brand alsnog verloren gegaan.

Het boek gaat over het opzetten van catalogussystemen, over de architectuur van bibliotheekgebouwen, over boeken die je wél en die je níet opneemt, over bibliotheken die verwoest zijn, over bibliotheken die alleen in de fantasie bestaan, enz. enz. Ik ben onder de indruk van wat Manguel allemaal weet, maar het is eigenlijk niet mogelijk het samen te vatten, althans ik zou niet weten hoe.

Manguel ziet de voordelen van het internet waardoor boeken die je vroeger pas na veel moeite kon raadplegen nu veel makkelijker op te sporen of zelfs op je scherm te lezen zijn. Hij ziet ook nadelen: aan een tekst op internet is de geschiedenis ervan niet af te lezen, zoals dat bij een boek wel het geval kan zijn. Ook bij het schrijven van teksten gaat de geschiedenis meestal verloren omdat alleen een eindversie bewaard blijft. Het inscannen van boeken levert momenteel nog veel fouten op, net zoals dat in de middeleeuwen ging bij het overschrijven ervan, zodat Manguel er alleen daarom al voor pleit het origineel zeker niet weg te gooien. Bovendien zijn boeken op b.v. cd volgens hem na een aantal jaren niet bruikbaar meer. Daarnaast heeft het 'fysieke' boek allerlei voordelen als geur, tastbaarheid, schoonheid, erin kunnen bladeren, enz. die het in zijn (en mijn) ogen onvervangbaar maakt.

Het hoofdstuk dat het meeste indruk op me heeft gemaakt is De bibliotheek als middel tot overleven. Daarin vertelt Manguel over een boekje dat hij enkele jaren geleden op een vlooienmarkt in Berlijn heeft gevonden. Het is een gebedenboekje voor de kinderdienst in de Joodse Gemeente van Berlijn, gedrukt in 1908. Naar aanleiding hiervan schrijft hij over het vernietigen van honderden joodse bibliotheken door de nazi's. Een klein deel van de boeken werd geselecteerd om daaruit studie te maken van de 'joodse kwestie', de rest werd verbrand of tot pulp vermalen.

Hij vertelt ook dit: Een tijd lang is er in Birkenau een speciaal blok voor kinderen geweest. Daar hebben zeker 500 kinderen enige tijd doorgebracht, met een aantal oudere gevangenen als 'adviseur'. In dit blok was een clandestiene kinderbibliotheek van 8 á 10 boeken aanwezig, die iedere avond, samen met andere belangrijke zaken als etensresten, op een andere plaats verborgen werd. Ook werden er mondeling boeken doorgegeven. De 'adviseurs' lazen ook voor, d.w.z. zij vertelden boeken na die ze uit het hoofd kenden. Zij wisselden daarbij steeds van groepje, wat 'het omruilen van boeken in de bibliotheek' genoemd werd.

Door dit verhaal zal ik De bibliotheek bij nacht niet snel vergeten.

Voor wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van bibliotheken is dit boek zeker een aanrader. Wat mezelf betreft: het heeft me geïnformeerd, maar niet geïnspireerd. En op dat laatste had ik, door de aanbeveling van Huub Leenen, een beetje gehoopt. Het zou kunnen dat een tweede lezing anders uitpakte, want het is eigenlijk geen boek waar je al na een keer lezen over zou moeten oordelen. Maar of het van zo'n tweede lezing komt is de vraag. Het kan natuurlijk ook heel goed zijn dat het een andere lezer heel anders vergaat en daar zou ik graag nog eens iets van horen. Als iemand het boek van me wil lenen kan dat.

Het boek eindigt zo:

Waarnaar ben ik dan op zoek, aan het einde van het verhaal over mijn bibliotheek? Naar troost, misschien. Misschien troost.

zaterdag 23 augustus 2008

Op aanraden van














Impressie van 'De Boekenberg', de toekomstige nieuwe bibliotheek in Spijkenisse
Foto van de website van Gemeente Spijkenisse

Ik had al eens eerder iets over het boek gehoord, maar was weer vergeten dat ik toen dacht: dat wil ik wel eens lezen. De uiteindelijke aanleiding tot het kopen & lezen van De bibliotheek bij nacht van Alberto Manguel vormde een column in de special 'De andere bibliotheek' van het Bibliotheekblad, nr. 15 van 7 augustus. Die column staat op de laatste bladzij en is geschreven door Huub Leenen, directeur van de Tijdelijke Bibliotheek Spijkenisse. In zijn stuk gaat het o.a. over de bibliotheek als constante factor, iets wat me wel aanspreekt. (Eerder vroeg ik me al eens af waarom je zo'n gedachte toch nooit leest.) Dit wil overigens in het geheel niet zeggen dat Leenen zich verzet tegen verandering, integendeel. Lees vooral zijn artikel als je dat nog niet gedaan hebt.

In zijn stuk komt ook dit voor:

Vernieuwing moet worden gedreven door kwaliteit van dienstverlening, maar vooral door de passie van de bibliothecaris en de medewerkers om de essentie van het werk over te brengen. (...) Voor wie inspiratie nodig heeft om deze passie (opnieuw) te vinden, raad ik het lezen aan van het prachtige boek De bibliotheek bij nacht van Alberto Manguel. Met hoofstukken als De bibliotheek als toevalsfactor en De bibliotheek als middel tot overleven is elke zichzelf respecterende bibliothecaris weer op scherp gezet.

Toen ik dat las herinnerde ik me weer dat ik al eerder het plan had dat boek te gaan lezen en voor ik het opnieuw vergat ben ik het meteen maar gaan kopen. En nu heb ik het uit. Morgen zal ik proberen er iets over te zeggen, maar eerst ga ik die twee speciaal genoemde hoofdstukken nog maar een keertje lezen. Het gevoel een op scherp gestelde mezelf respecterende bibliothecaris te zijn lijkt me niet onaangenaam.

vrijdag 22 augustus 2008

Even pauze 6

















Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
Bron: Flickr, foto: PieterMusterd

'Tegenwoordig kan door middel van elektronische technologie een nationale bibliotheek worden opengesteld bij de meeste mensen thuis, en bibliotheken kunnen zelfs aan elkaar gekoppeld worden; niet alleen is het leesdomein tot ver buiten de muren van de bibliotheek uitgebreid, de boeken zelf mengen zich onder de voorraad van andere bibliotheken en vullen die aan.'

Alberto Manguel in De bibliotheek bij nacht



Zoek een item in bibliotheken bij u in de buurt:
WorldCat.org >>

donderdag 21 augustus 2008

Even pauze 5



















'Onze samenleving accepteert het boek als een gegeven, maar de daad van het lezen - ooit als zinvol en belangrijk aangemerkt, maar ook een potentieel gevaarlijke en ondermijnende activiteit - wordt tegenwoordig laatdunkend beschouwd als vrijetijdsbesteding, een langzame vorm van vrijetijdbesteding die allesbehalve doelmatig is en niets bijdraagt aan het nut van het algemeen.'

Alberto Manguel in De bibliotheek bij nacht

woensdag 20 augustus 2008

Even pauze 4
















Camel Mobile Library, Kenya
Foto: BBC News, voor meer foto's: klik hier

'De macht van de lezer ligt niet in zijn vermogen om informatie te verzamelen of in zijn talent om te ordenen en te catalogiseren, maar in zijn gave om wat hij leest te interpreteren, te associëren en te transformeren.'

Alberto Manguel in De bibliotheek bij nacht



dinsdag 19 augustus 2008

Even pauze 3
















Trinity College, Oxford
Foto van de website
De bibliotheek is 7 dagen per week en 24 uur per etmaal open


'In een bibliotheek blijft een lege plank nooit lang leeg.'

Alberto Manguel in De bibliotheek bij nacht

maandag 18 augustus 2008

Even pauze 2

















In de Bibliotheek van Alexandrië
Foto gevonden via Google-afbeeldingen

'De liefde voor bibliotheken moet, net als de meeste vormen van liefde, worden aangeleerd.'

Alberto Manguel in De bibliotheek bij nacht

zondag 17 augustus 2008

Even pauze

Op ZB Digitaal is vandaag een stukje te lezen over reageren op blogs. Dat je als blogger zelf zoveel mogelijk moet reageren op reacties van je lezers omdat pas dan een discussie op gang kan komen, daar ben ik het helemaal mee eens. Maar het vreemde daarbij vind ik wel dat het aantal reacties van lezers bepaald niet recht evenredig is met het belang dat ik zelf aan een 'posting' hecht. Ik kan natuurlijk niet echt oordelen over andermans/-vrouws blog en zeker niet over hoe die andere man of vrouw het zelf ervaart, maar ik heb de indruk dat het elders vaak niet veel anders is: op iets luchtigs of iets uit de persoonlijke sfeer reageren vaak meer mensen dan op een stukje waarin je iets aan de orde stelt waarover je echt graag de mening van anderen zou horen. Wat mijn eigen blog betreft: b.v. de vragen die bij me opkwamen n.a.v. het stuk van Jan Tweepuntnul over 'De klant is koningin' (en daarbij vooral de vraag wat er precies mis is met de culturele oriëntatie van de bibliotheek) zijn dingen die ik me écht afvraag, en waar ik graag de mening van anderen over zou horen. Dat dit blog niet de plaats is waar de grote discussies plaatsvinden snap ik natuurlijk ook wel, maar ik vraag me toch af hoeveel mensen er op in zouden gaan als dezelfde vraag op een gerenommeerd weblog als b.v. ZB Digitaal gesteld zou worden. Misschien 20? Dat is dan in verhouding tot het aantal lezers nog steeds niet echt veel.

Als gevolg van e.e.a. vroeg ik me vandaag toch maar eens even af waarom ik eigenlijk een blog bijhoud. Nou, het antwoord is simpel: omdat ik het leuk vind om stukjes te schrijven. Maar bloggen is nóg leuker als iemand reageert en vaak juist als die iemand het niet met je eens is, zodat je verder moet nadenken over wat je beweerde.

Als dat niet gebeurt is dat niet echt erg, maar dan krijgt bloggen wel concurrentie van andere leuke dingen, zoals in de tuin werken of lezen. Vandaag kocht ik De bibliotheek bij nacht van Alberto Manguel, een boek waar ik van verschillende kanten lovende woorden over hoorde. Ik heb besloten eerst dat boek maar eens uit te lezen voordat ik weer iets ga bloggen. Uitzondering daarop kan zijn dat ik verslag doe van wat ik lees, maar of het boek daar aanleiding toe geeft weet ik natuurlijk nog niet. Tot later!

zaterdag 16 augustus 2008

Favoriet boek


















Eigenlijk is het een beetje vreemd dat ik Geertje beschouw als het boek dat mij de ogen heeft geopend voor de literatuur, want een paar jaar eerder (toen ik een jaar of 12 was) las ik een boek dat minstens zoveel indruk op me heeft gemaakt: De brief voor de koning van Tonke Dragt. Voor het besef dat je via de taal nieuwe werelden kunt ontdekken is dit boek ook bij uitstek geschikt. Blijkbaar zag ik De brief voor de Koning nog gewoon als kinderboek, al vond ik het wel het allermooiste kinderboek dat ik ooit las. Dat vind ik trouwens nog steeds (samen met het vervolg, Geheimen van het Wilde Woud) en ik heb inmiddels toch nog heel wat meer kinderboeken gelezen. Ik kreeg het boek van mijn opa, die tot dan toe ons gezin af en toe verraste met een streekroman uit de Spiegelserie (die mijn moeder dan op een plankje in de logeerkamer zette), dus dit was een onverwacht geschenk. Ik heb hem nooit gevraagd hoe hij aan dit boek gekomen is en ik heb hem denk ik ook nooit verteld hoe mooi ik het vond.

Inmiddels heb ik het boek vele malen herlezen, al is de laatste keer inmiddels al weer lang geleden (het wordt weer eens tijd dus). Mijn dochters hebben het toen ze een jaar of 10 waren ook gelezen en ook zij vonden het erg mooi. Ze speelden het verhaal na met behulp van twee Lego-kastelen en als je een van hen zou vragen 'Waarom is uw schild wit?' dan zou je meteen het goede antwoord krijgen.

In de vakantie ben ik met twee van hen naar de film die van het boek gemaakt is geweest. Hoewel we niet tot de juiste leeftijdsgroep voor de film behoren wilden we hem toch wel zien, bovendien was het vakantie en geen strandweer. Ik vond het een aardige film er ik heb er wel met enig genoegen naar gekeken, vooral vanwege de kastelen en bossen en een mooie middeleeuwse stad die er in te zien waren. Maar het verhaal zelf vond ik stukken minder boeiend dan het boek. Het boek vond ik elke keer dat ik het las weer spannend; de film vond ik geen moment spannend. Het verhaal in het boek is ook veel uitgebreider en heeft meer diepgang en de hoofdpersoon gaat veel meer voor je leven. En dat laatste zou je misschien toch eerder bij een film verwachten. Ik ben dan ook helemaal niet verbaasd dat het Universitair Medisch Centrum Groningen na onderzoek het volgende heeft geconcludeerd: ‘Een boeiend geschreven boek of krantenartikel kan even levendige emoties oproepen als het aanschouwen van een film,' zoals onlangs op LibraryLingo te lezen was.


vrijdag 15 augustus 2008

Moralistisch stukje






















Foto van vaart.nl

Voordat ik bij ProBiblio kwam werken, aanvankelijk op de financiële administratie in Schiedam, had ik ruim 20 jaar op de financiële administratie (die daar nog gewoon boekhouding heette) van een expeditie- en veembedrijf in de Rotterdamse haven gewerkt. Daar heb ik een paar dingen geleerd, zoals een stel termen die men in fatsoenlijk gezelschap beter niet kan gebruiken, en ook dit:

Wij hadden grote, bekende klanten voor wie de expediteurs vervoer en opslag van hun goederen (o.a. koffie, grondnoten, conserven) regelden, de declaranten de douane-formaliteiten vervulden, enz. Het bedrijf was ambitieus en de directie reisde naar Rusland en China om nieuwe klanten te werven. Dit leidde helaas niet tot het gewenste resultaat en intussen verloren we ook een deel van de oude klanten. Een faillissement dreigde. Personeelsleden kwamen zelf in actie en begonnen voormalige klanten te bellen om te vragen of ze weer terug wilden komen. Daarop volgden reacties als: 'Wat leuk dat je belt, was dat maar eens eerder gebeurd, dan waren we wel gebleven, vroeger vonden we jullie een prima bedrijf, maar de laatste tijd hoorden we niks meer van jullie en toen hebben we ons heil elders gezocht.'

Dat bellen heeft niet meer mogen baten, de zaak ging failliet en zo kwam ik uiteindelijk bij ProBiblio terecht.

Wat is de moraal van dit verhaal? M.i. deze: Doe je best om nieuwe klanten te krijgen maar blijf intussen ook aandacht besteden aan de oude. Het is gevaarlijk om te denken dat die vanzelf wel klant (of lid) zullen blijven
.

donderdag 14 augustus 2008

Te cultureel?















Foto: kennislink.nl

Bij Jan Tweepuntnul las ik vandaag, mede als reactie op een reactie van mij, het volgende:

Ik schreef gisteren dat ik het onverteerbaar vind dat het publiek van openbare bibliotheken grotendeels uit vrouwen bestaat en stelde daarbij vast dat we het als branche door een decennialange eenzijdige culturele oriëntatie daar zelf naar hebben gemaakt.
Ik vind die vrouwen niet onverteerbaar, integendeel zelfs, maar in de woorden van Edwin Mijnsbergen: 'Op een bepaald soort feestjes krijg je ook het publiek dat van een bepaald soort feestjes houdt'.
En wat mij betreft schort het dus al jaren aan de kwaliteit en het programma van de feestjes.

Nou Jan (als je dit leest), dat je vrouwen onverteerbaar vindt had ik uit je stuk ook niet geconcludeerd hoor. Maar vind je dan wél dat vrouwen van de verkeerde feestjes houden? En dat ze niet op kwaliteit letten? En waarom precies vind je 'culturele oriëntatie' te beperkt of te eenzijdig of te damesachtig? Wat zou je er aan toe willen voegen of wat zou je er voor in de plaats willen zien?

Je zou meer mannen in de bibliotheek willen zien en daarvoor vind je een andere programmering nodig, misschien zoiets als die van 'De Rode Hoed', want daar komen vast wél veel mannen. Ik vroeg aan iemand die daar wel eens geweest is hoe het er was, en kreeg als antwoord: 'Er waren wel wat meer mannen dan vrouwen, maar het was dan ook een echt "mannenonderwerp" (nl. "private equity"). Een van de inleiders was trouwens een vrouw.'

Natuurlijk is het fijn als je meer mensen ertoe kunt brengen naar de bibliotheek te komen, dat ben ik helemaal met je eens, en wat mij betreft graag ook zoveel mogelijk verschíllende mensen. En als dat meer mannen betekent, prima. Maar nu de bibliotheek toch in de eerste plaats vrouwen blijkt aan te spreken, waarom dan ook niet eens geprobeerd meer allochtone vrouwen binnen te halen? Daar lijkt me ook nog heel wat terrein te winnen. Het een hoeft het ander helemaal niet uit te sluiten, maar ik wilde deze aanvullig toch even kwijt.

woensdag 13 augustus 2008

Dansen 2.0



Een paar maanden geleden las ik ergens dat in Rotterdam een club zou komen (club WATT gaat die heten, weet ik nu) met daarin een dansvloer waarmee energie kan worden opgewekt tijdens het dansen. Dat leek me toen nog een beetje science fiction-achtig, maar nu stond op 12-8 in de metro een interview met de bedenker van deze dansvloer, Stef van Dongen, die vertelt over zijn bedrijf Enviu en over de bewuste vloer en zijn verdere plannen, en die vloer blijkt er dus wel degelijk te komen. Hier een stukje uit het interview:





















Het wachten is nu nog op een bibliotheek waar het zo druk is dat de bezoekers al lopend voor de energie zorgen. En met dat 2.0 is vast ook wel iets te bedenken (lampjes die naar het meest geleende boek leiden ofzo). Die biologische consumpties en die bar lijken me trouwens ook niet gek. Dan nog een paar swingende bibliothecarissen en het feest kan beginnen.

dinsdag 12 augustus 2008

Foto's





















Wren Library, Trinity College, Cambridge, Engeland
foto: Curious Expeditions

Het zal vast al eerder bij een of meer uit bibliotheeksferen afkomstige bloggers vermeld zijn, maar voor mij was het nieuw en dat geldt misschien voor meer mensen: op het blog (is het eigenlijk wel een blog?) 'Curious Expeditions' zijn o.a. foto's van oude & bijzondere bibliotheken te zien. De favoriete bibliotheek van Tenaanval staat er ook tussen (en slaat daar bepaald geen slecht figuur).

maandag 11 augustus 2008

Nog één keer Wesch











Foto van de website van Kansas State University

Ik heb nog wat verder nagedacht over Michael Wesch. Ik heb het filmpje (het korte bedoel ik) nog eens bekeken en geprobeerd het nu niet als een propagandafilmpje voor Google en Wikipedia te zien. Dat is ten dele gelukt.

Wat, denk ik, het probleem is met een filmpje als dit, is dat het geen context heeft, dus dat je die er automatisch zelf aan toevoegt om het te kunnen plaatsen. Als je nooit iets met Google doet zal het filmpje je waarschijnlijk gewoon niks zeggen. Als je een fan bent van het 'nieuwe zoeken' denk je bij het filmpje: kijk eens, prachtig, mooi in beeld gebracht wat het nieuwe zoeken inhoudt. Als je al het e.e.a. van Michael Wesch gelezen hebt denk je misschien: ja, helemaal Wesch, wat heeft die man toch goeie ideeën. Als je, zoals ik, je twijfels hebt over het 'nieuwe zoeken' en verder niks van Michael Wesch weet, denk je: wat is dat voor professor?!

Wat betreft het 'nieuwe zoeken' dat in het filmpje zo overtuigend in beeld wordt gebracht: natuurlijk is het prachtig dat je via Google zoveel kunt vinden. (Edwin, ik schreef overigens niet 'alles', maar 'vanalles', wat toch iets anders is.) Dat we door internet (ten dele) verlost zijn van de kaartenbak en het microfiche en het van hot naar her en van de ene bibliotheek naar de andere lopen en 7 euro betalen voor het IBL en dan als het boek is aangekomen merken dat het toch niet is wat je bedoelde, dat is fijn en daar zal wel niemand naar terugverlangen. En als je er stiekem tóch naar terugverlangt, b.v. omdat het meer voldoening gaf, dan ben je heus wel zo verstandig het niet meer te doen (voor zover dat nog zou kunnen).

Maar daar gaat het niet om. Dat je je informatie makkelijker vergaart wil nog niet zeggen dat je er ook meer mee kúnt. Als je ergens echt iets van af wilt weten zul je je erin moeten verdiepen, zul je er les in moeten krijgen en/of er boeken of artikelen over moeten lezen, zul je misschien proeven moeten doen, moeten praten met mensen die er al langer mee bezig zijn, moeten vallen en opstaan, moeten knarstetanden & zuchten & steunen & denken 'dit lukt me nooit' en het dan uiteindelijk misschien toch kunnen. En dáár helpen Google en Wikipedia je niet bij. Zoals iemand aan wie ik het filmpje vorige week liet zien, zei: 'Door Wikipedia zul je heus geen medicijn tegen aids uitvinden.'

In een ander filmpje van Michael Wesch zie je hoe zijn studenten het zó druk hebben met allerlei dingen dat ze 3 uur per dag over hebben om te studeren en eigenlijk dagen van 26,5 uur zouden moeten maken (waar ze in feite op bezuinigen vermeldt het filmpje niet). Ook dit filmpje is leuk en goed gemaakt en het geeft een indruk van het 'nieuwe studeren': iets wat je doet naast heel veel andere dingen. Ook dit filmpje vond ik suggestief. Dat je het druk hebt met je baantje en je sociale verplichtingen en het luisteren naar muziek en met wat niet al is prima en ook ongetwijfeld goed voor je ontwikkeling, en als je 3 uur per dag overhoudt om te studeren zal je daarin heus wel wat opsteken, maar erg veel vind ik het toch niet. En ik denk dat er zeker studies zijn waarin je het met die 3 uur niet redt, b.v. geneeskunde (en ik ben blij dat dat zo is).

Dat Michael Wesch professor (of assistent-professor, zoals de universiteitswebsite vermeldt) is, geloofde ik heus wel en met mijn vraag 'wat is dat voor professor?!' bedoelde ik ook niet zijn integriteit op dat punt in twijfel te trekken. Wat ik wel bedoelde is dit. Ik heb vroeger geleerd dat wetenschap weliswaar nooit echt waardevrij en objectief kan zijn omdat elke wetenschapper zijn/haar geschiedenis en plaats in de samenleving enz. meebrengt, waardoor zijn/haar onderzoeksresultaten beïnvloed (kunnen) worden. Juist daarom is het zo belangrijk dat wetenschappelijk onderzoek door anderen kan worden herhaald om te kijken in hoeverre de uitkomsten dan hetzelfde blijven.

Maar zo'n filmpje als dat van Wesch kun je helemaal niet toetsen want het is niet het resultaat van onderzoek, maar de visuele vormgeving van een mening. En daarom vind ik dat je het als professor niet zou moeten maken. D.w.z.: je kunt het wel maken, maar dan als meneer Wesch en niet als professor van Kansas University. Dat ongeveer bedoelde ik. Ik besef dat er nog meer haken & ogen aan zitten, maar nu hou ik er over op.

zondag 10 augustus 2008

Boek&Bieb 4












Opening van de tentoonstelling 'Hans Warren 75' in de Zeeuwse Bibliotheek, 13-9-1996
(2e van rechts is Hans Warren)
foto: W. Helm


In Geheim Dagboek van Hans Warren wordt de bibliotheek heel wat keren genoemd. Vaak, of misschien wel altijd, is dat de Zeeuwse Bibliotheek, waar Warren (1921-2001) het grootste deel van zijn leven in de buurt woonde en waar hij en zijn partner Mario Molegraaf veel gebruik van maakten, o.a. bij het samenstellen van de Poëziekalender. Ter gelegenheid van Warrens 75e verjaardag werd in de ZB een feestelijke bijeenkomst gehouden en werd een expositie aan hem gewijd. Nu wordt zijn literaire nalatenschap er bewaard en in kaart gebracht.

In het onlangs verschenen 20e deel van Geheim Dagboek (1996-1998), schrijft Warren over de festiviteiten rond zijn 75e verjaardag (in 1996):

14 sep. Het is allemaal redelijk goed verlopen, maar het was wel vermoeiend. (...)

Eerder dat jaar schreef hij:

10 juni (...) Vorige week kregen we van Meulenhoff het verzoek op zeer korte termijn een bloemlezing met Nederlandstalige poëzie uit de jaren 1895-1900 te maken. (...)
(...)

27 juni
(...) Gisteren hebben we, aldoor geholpen door Lydia Wolterbeek, in de Zeeuwse Bibliotheek bundels en tijdschriftjaargangen uit de periode 1895-1900 opgespoord voor onze bloemlezing. Bijna alles wat we zochten was aanwezig, wat veel zegt over de rijke collectie. We hebben daar alles vluchtig getriëerd en de rest meegenomen. Daaronder zijn unieke bundels, onder meer met opdrachten van Nicolaas Beets. (...)

zaterdag 9 augustus 2008

Alfabetisering




Op zoek naar een foto van een hotelleeszaal om bij mijn vorige stukje te gebruiken kwam ik, zoals mij dat vaker overkomt, van het een op het ander (soms moet ik wel eens even nadenken wat ik ook al weer aan het zoeken was), van foto's naar blogs naar filmpjes en van het ene filmpjes naar een volgend filmpje. Soms lijkt de wereld dan zo slecht nog niet, b.v. als je verzeild raakt in filmpjes over het alfabet. Of dit het mooiste filmpje is weet ik niet want ik heb ze niet allemaal bekeken. Ik vind het een beetje een EO-filmpje zoals je ze vroeger wel zag: deze mensen gelóven in het alfabet.

Boek&Bieb 3














Foto: Ambassade Hotel, Amsterdam

In Het lot van de familie Meijer van Charles Lewinsky vond ik dit stukje:

Ze ontdekte zelfs een nieuwe passie, waar ze haar leven lang nooit de tijd voor had gevonden: hotel Atlantic beschikte over een leeszaal en daar pakte ze op goed geluk een boek uit de kast, elke dag een ander, nam het mee naar het water, ging in haar strandstoel zitten en gunde zich de luxe van problemen en verwikkelingen die je elk moment kon dichtklappen en wegleggen.

Het bovenstaande speelt aan het begin van de vorige eeuw. Zijn er tegenwoordig ook nog leeszalen in hotels? Ik vond een foto van een hotelbibliotheek (zie boven), maar is dat een uitzondering? Ik heb zelf nog nooit in een hotel geslapen, maar misschien kan een van de lezers van dit blog er iets over zeggen?

De lovende bespreking uit NRC Handelsblad die me er, naast het advies van een collega, toe bracht dit boek te gaan lezen is hier te vinden (de eerste alinea is verdwenen).

vrijdag 8 augustus 2008

Te veel boeken?















Uit: ariadne at Home, augustus 2008

Heb je misschien een overschot aan boeken? Twee tijdschriften besteden deze maand aandacht aan dit probleem. Het interieurblad ariadne at Home geeft onder de titel 'Boekenbal' tips hoe je m.b.v. boeken iets kunt maken, b.v. bovenstaande 'sidetable'.

Een andere oplossing geeft het blad Genoeg (een blad over bewust & sober leven): geef je boeken weg aan 'boeklozen', via Borderline Books.

donderdag 7 augustus 2008

Koffiehuis & bibliotheek


















Klik op het stukje om het te vergroten.

Bovenstaand artikeltje stond gisteren in NRC Handelsblad, in een serie over 'werknomaden'.
Ik vond de laatste regels verrassend:
Het is grappig om te zien dat iedereen dezelfde plekken opzoekt. Koffiehuisachtige café's. Als er tien mensen met een laptop zitten geeft dat een bibliotheeksfeer. Dat is prettig. Je ziet dat anderen ook aan het werk zijn.

woensdag 6 augustus 2008

Op bezoek in de Zeeuwse Bibliotheek, slot


















Misschien had ik omhoog moeten kijken?
Foto van drhenkenstein's photostream bij Flickr

Dat ik werd uitgenodigd om de Zeeuwse Bibliotheek te komen bekijken was een gevolg van een stukje dat ik schreef over mijn 'droombibliotheek'. Volgens Edwin was waarover ik droomde bijna allemaal in de ZB te vinden, behalve dan de nieuwste boeken. En was het ook zo? Ja en nee. Ja, er waren boeken, boeken en nog eens boeken, zoals ik wenste, er waren fijne hoge kasten en niet van die lage dingen waar je overheen kijkt, er waren tafels waar je aan kon lezen & schrijven, er waren computers (40!) die het allemaal leken te doen, er was zelfs een eigen binder (en dat leek me toen ik het opschreef iets wat ze vast nergens hadden en ik vond het stiekem wel een goed idee van mezelf), je kon er koffie drinken (heb ik gedaan) en broodjes waren er ongetwijfeld ook, al heb ik daar niet op gelet. Als mijn gastheer representatief is voor de klantvriendelijkheid ontbreekt ook daar niks aan. Wat ik hoorde over lezingen e.d. leek me aantrekkelijk en de door Henk gemaakte foto's van evenementen, die ik later op Flickr ontdekte, deden daar nog een schepje bovenop. De catalogus bekeek ik later (in Vlissingen) en daar kon ik zonder al te veel moeite mee overweg.

Tot zover alles prachtig dus. Maar ik schreef 'ja en nee', dus ik heb toch wat aan te merken. In de eerste plaats vond ik het er te stil, zoals ik een paar dagen geleden al schreef. Over mijn 'droombibliotheek' schreef ik destijds: 'Het is er rustig maar niet per se doodstil.' Daarmee bedoelde ik iets als: het is er geen herrie maar je mag er wel praten. Ik zou het nu zo zeggen: het is er rustig, maar er zijn wél mensen; of misschien zelfs: het is er rustig maar wel gezellig.

Want dat is wat ik miste: gezelligheid, sfeer, het gevoel dat het léuk is om in de bibliotheek te zijn, ook op een doodgewone doordeweekse dag en niet alleen als er iets bijzonders te doen is. Dit verbaasde me eigenlijk van mezelf, want een term als 'belevenisbibliotheek' maakte me tot nu toe altijd een beetje kwaad en ik dacht dan: je gaat naar de bibliotheek voor de boeken en dáárin gebeurt het en de rest is flauwekul. Maar opeens dacht ik nu: de omgeving voegt toch wat toe (of niet). Ik vond het interieur van de ZB eerlijk gezegd een beetje te saai & te keurig. Niet echt uitnodigend om er eens lekker een uurtje te gaan zitten lezen. En als je een praatje wilt maken met een andere bezoeker kijkt er vast iemand verstoord naar je (of fluistert 'sssst'...). De 'kinderhoek' heb ik van een afstand gezien en op het eerste gezicht zag ik wel bakken die stampvol zaten met prentenboeken, wat natuurlijk geweldig is, maar verder geen 'leuke dingen', waarbij ik denk aan posters, knuffels van kinderboekfiguren e.d., al zal me ook hier vast wel weer iets ontgaan zijn (zie de foto hierboven).

Ik denk dat ik misschien 10 jaar geleden de ZB een heerlijke bibliotheek had gevonden. Maar inmiddels ben ik blijkbaar veranderd en denk ik: kan het niet wat spannender? En dan niet van dat gewild leuke en 'moderne' want daar ben je zo op uitgekeken, en ook niet al te duur want het geld moet in de eerste plaats aan de collectie besteed worden (vind ik), maar wel mooi & tijdloos & bestand tegen een stootje, maar a.u.b. níet saai! En ik zou het leuk vinden als het restaurant niet zo in een hoekje zat.

Dit bezoek heeft me wel nieuwsgierig gemaakt naar andere bibliotheken. Misschien ga ik eens hier en daar kijken als ik tijd heb. Het is toch eigenlijk te gek dat ik al zo lang collecties maak en maar zo zelden een bibliotheek van binnen zie.

dinsdag 5 augustus 2008

Gedicht














NSU herenfiets 1957
foto gevonden via Google-afbeeldingen

FIETSTOCHT

Het verre postkantoor was de magneet.
Niet om de luchtpostzegels of de taal
Van overzeese stempels – nee, het deed
Op tweehoog ’s middags dienst als jeugdleeszaal.

Tweemaal, op dinsdag en op donderdag,
Verdween ik in het ruime trapportaal
En kwam weer buiten met een brede lach.
Ik had mijn voorraad boeken andermaal.

Met in mijn hoofd een eerste regel die
Ik vluchtig had gezien bij een verhaal
Werd, fietsend, al naar het vervolg gegist.

Toch geselde ik vervaarlijk het pedaal
Om sneller thuis te zijn, omdat ik wist:
Het boek is beter dan de fantasie.

Gerrit Komrij

maandag 4 augustus 2008

Een kaart uit Parijs




















Marilyn Monroe, Long Island, New York, 1954
Foto: Eve Arnold


Een van mijn dochters is een paar dagen naar Parijs geweest en bracht vier 'kaarten met een boek erop' voor me mee (omdat ik die spaar), waaronder een van bovenstaande foto waarop Marilyn Monroe Ulysses leest (of doet alsof). Ik ben er blij mee.

zondag 3 augustus 2008

Nogmaals Michael Wesch





Mijn vanmorgen ineens opkomende verdenking dat Michael Wesch misschien niet alleen wetenschap bedrijft maar zich ook voor propagandadoeleinden laat gebruiken (zie de reacties bij mijn vorige 'posting'), heeft inmiddels nog iets meer grond gekregen. (Ik moet wel even waarschuwen: gisteren werd ik nog door een van mijn kinderen voor paranoïde uitgemaakt omdat ik dacht dat de beschermfolie van de diepvriesframbozen van AH was afgehaald terwijl dat er gewoon nooit op blijkt te zitten, dus wie weet verkeer ik in een fase van spoken zien.)

Michael Wesch heeft al eerder video's gemaakt die je volgens Edwin 'beslist gezien moet hebben als je geïnteresseerd bent in webcultuur'. Om mijn achterstand op dit gebied een beetje in te lopen ging ik op zoek naar deze filmpjes en begon met 'Information R/Evolution'. Ik heb het filmpje hierboven nog maar even ingeplakt omdat het al op ZB Digitaal aan de orde kwam voor de 23dingen begonnen en sommige mensen dat net als ik toen misschien nog niet lazen.

ZB Digitaal schrijft onder het filmpje 'Geen commentaar'. Dat zal neem ik aan positief bedoeld zijn. En inderdaad, het is een mooi filmpje, goed gemaakt (voor zover ik daar kijk op heb) en met leuke bijpassende muziek. Daar kan ik het mee eens zijn. Maar daarnaast vind ik het een uiterst suggestief & misleidend filmpje dat mij toen ik het bekeek behoorlijk ergerde. Want wat wordt er gesuggereerd: vroeger had je mappen en kaartenbakken en boeken en daar kon je eindeloos in zoeken om vervolgens mischien wel niks te vinden, maar nu heb je Google en Wikipedia en je tikt even wat in en je vindt vanalles! Is het niet prachtig?! En dan kunnen we er ook nog allemaal gebruik van maken en er allemaal aan bijdragen, wat wil een mens nog meer?

Dit noem ik nou echt 2.0-gelul, sorry. Is die Wesch nou helemaal belazerd? Is dat een professor? (Nou ja, het is eigenlijk een assistent-professor, maar hij noemt zich graag professor lijkt het, of is dat in Amerika misschien gebruikelijk?). Leuk die web-antropologie of digitale etnografie of hoe dat vak mag heten, fijn die enthousiaste studenten (te zien in die film van gisteren over YouTube) en knap gemaakt dat filmpje. Maar meer dan een alleraardigst reclamefilmpje voor Google en Wikipedia kan ik er echt niet in zien. En daar hoor je je als wetenschapper toch niet voor te lenen. Vind ik dan. Of zie ik nu echt spoken of maak ik mij schuldig aan holle retoriek?

Over de antropologie van YouTube














Bron: Flickr, foto: tvol

Gisteren raadde Edwin ons op ZB Digitaal dringend aan naar een video te kijken van Michael Wesch, iemand van wie ik nooit eerder gehoord had, wat een blijk van web-onkunde schijnt te zijn. Maar daar is nu verandering in gekomen, want gedreven door een een restant 23dingen-plichtsbetrachting (de meester raadt het immers aan) en nieuwsgierigheid naar het onderwerp (de antropologie van YouTube) heb ik de film (die 55 minuten duurt) bekeken en geprobeerd te volgen, wat nog niet meeviel omdat mijn Engels niet erg goed is. (Ook was ik helaas niet in de gelegenheid hem in navolging van Edwin relaxed op de bank liggend te bekijken, maar moest ik dat zittend achter de pc doen.)

Maar het was de moeite waard en ik denk dat ik het meeste toch wel min of meer begrepen heb. Ik heb onlangs 'Leven op het net' van Marianne van den Boomen gelezen, over de sociologie van het internet. Dit boek is verschenen in het jaar 2000 en doet al wat gedateerd aan omdat fenomenen als Hyves en YouTube er niet in aan de orde komen. Ik was dan ook wel benieuwd of in de presentatie van Wesch, die verslag doet van een antropologische studie naar YouTube, wat dus een mooie aanvulling vormt op het boek van Van den Boomen, nog nieuwe gezichtspunten naar voren zouden komen. Volgens mij is dat niet het geval. Wat Van den Boomen schrijft op grond van wat zij bestudeerd heeft van het toenmalige internet, waar het geschreven woord nog het allerbelangrijkste was, lijkt mij ongeveer hetzelfde als wat Wesch vertelt over YouTube. Van de Boomen schrijft:

Anonimiteit is een kenmerk van een massa, een zwijgende ontvangende partij, waarin ieder even gezichtsloos is en niemand er speciaal toe doet. Anonimiteit is ook een dominant kenmerk van hedendaagse real life-openbaarheid. Op het Internet daarentegen draait het niet om passieve anonimiteit maar om interactieve pseudonimiteit. Hier kan eenieder ertoe doen en uit de anonimiteit van de massa treden.
Misschien is dat wel een van de meest onderschatte kenmerken van het Internet en van virtuele gemeenschappen. Ertoe doen, verschil maken, op welke schaal dan ook - het is een fundamentele levensbehoefte van mensen, een vorm van sociaal-psychologische worteling. Dat is niet hetzelfde als megalomane geldingsdrang of hypes als 'iedereen kan uitgever of miljonair worden', het gaat om iets heel bescheidens. Het gaat niet eens om macht of invloed of een stem in een democratisch geheel, het gaat zelfs niet om gelijk krijgen. Het gaat om een minimale sociale erkenning van je bestaan. Een beoordeling daarvan in termen van 'vrijblijvendheid' en 'weinig sociale cohesie' gaat voorbij aan het sociale en psychologische belang van dit eenvoudige 'ertoe doen'. Het miskent ook de gemeenschapsvormende kracht van de pseudonimiteit, die immers interactieve omgang mogelijk maakt tussen mensen, ongeacht of zij 'vreemden' of 'bekenden' zijn.

De term 'pseudonimiteit' vergt misschien enige uitleg. VdB bedoelt daarmee iets tussen anoniem en wat ik maar 'gekend' zal noemen, in. Je naam en adres zijn niet bekend, maar een deel van je persoonlijkheid is dat wel, nl. dát deel dat je blootgeeft in het internetcontact. Dat kan zelfs een diepgaand deel van jezelf zijn, dat je met bekenden uit het 'echte leven' nooit gedeeld hebt.

Bij YouTube komt daar bij dat je ook 'je gezicht (en eventueel meer) laat zien'. Toch blijft ook dat naar mijn idee tamelijk 'pseudoniem' omdat men niet meer van je te weten komt dan wat je zelf laat zien.

De voordracht van Michael Wesch en de daarbij van YouTube gebruikte beelden, lieten volgens mij zien dat ook YouTube voor veel mensen de behoefte aan 'er toe doen' kan vervullen en dat het een (zelfs wereldwijde) gemeenschapsvormende kracht kan zijn.

Edwin schreef n.a.v. deze film:
'Deze presentatie verbeeldt op grandioze wijze waarom het huidige web ook wel het sociale web wordt genoemd en maakt korte metten met de holle retoriek van lieden die het fenomeen wegwuiven als een onzinnige hype of een nutteloze tijdsbesteding.'

Mij gaat dat een beetje te ver en ik voel toch wat holle retoriek opkomen. De film maakt een keuze uit wat op YouTube te zien is en die keuze geeft inderdaad een mooi 'sociaal' beeld. Maar het lijkt mij evengoed mogelijk een film met YouTube-beelden samen te stellen die een heel andere indruk zou geven en die je wél de termen onzinnig of nutteloos in gedachten zou brengen.

Vanmiddag zag ik bij AH een groepje jongens, in leeftijd variërend van een jaar of 8 tot een jaar of 15 denk ik. Type: stoer, petjes, wijde broeken. Ik hoorde een van hen zeggen: 'YouTube heeft niet het recht mijn IP-adres aan de politie te geven.' Ik bedoel maar.

De film is te bekijken via ZB Digitaal (en via YouTube natuurlijk). Kijken vanaf de bank geniet de voorkeur.

zaterdag 2 augustus 2008

Plaatje zoveel






















Henri Matisse (1869-1954)
Liseuse sur fond noir, 1939

vrijdag 1 augustus 2008

Uit het Bibliotheekblad














Plaatje gevonden via Google-afbeeldingen

Ik ben nooit een trouw lezer van het Bibliotheekblad geweest: op mijn werk heb ik er geen tijd voor en thuis lees ik liever wat anders. Maar sinds de 23dingen is dat een beetje veranderd en lees ik het af en toe in de trein. Vandaag las ik het artikel uit nr. 13/14 van 3 juli (pagina 8 t/m 12) over de door een 'strategiegroep' opgestelde Agenda voor de Toekomst, een beleidsstuk voor de periode 2009-2012, dat gepresenteerd is op de algemene ledenvergadering van de VOB op 12 juni. En ik werd aangenaam getroffen, in het bijzonder door de twee alinea's die je hieronder ziet. (Voor een digitale versie van het blad moet je abonnee zijn en met mijn simpele scanner wordt het niks, dus ik heb het maar even overgetypt.)

Inspelen op de veranderende behoeften die ontstaan door de informatieovervloed betekent: burgers ondersteunen bij het ontwikkelen van mediawijsheid en het maken van verantwoorde en betekenisvolle selecties. De komende jaren wordt ingezet op het verbeteren van de collectie, als een van de belangrijkste pijlers van de dienstverlening. Door het fysieke en digitale aanbod van de openbare bibliotheken (en hun samenwerkingspartners) samen te voegen tot de Collectie Nederland ontstaat een rijk en volledig aanbod. De komende jaren wordt gewerkt aan kwalitatief hoogstaande ontsluiting en beschikbaarstelling daarvan, zodat de vraag van de klant en het aanbod van de bibliotheken optimaal bij elkaar kunnen worden gebracht.
De openbare bibliotheek heeft zich een plaats verworven als ambassadeur van het lezen met haar rol op het gebied van leesbevordering en de spreiding van literaire cultuur. Het imago van 'boekenbibliotheek' werkt in dit geval in het voordeel van de openbare bibliotheek; het kan worden benut om de positie op het terrein van lezen te versterken.

Is het niet prachtig? Zo'n 'Collectie Nederland' en hoogstaande ontsluiting ervan! En 'ambassadeur van het lezen' en 'spreiding van literaire cultuur'. Dat mag blijkbaar nog allemaal en het is zelfs iets voor de toekomst! Wie denkt dat ik nu cynisch ben vergist zich: ik vind het écht prachtig.

Tja, een puntje van kritiek heb ik wel: 'boekenbibliotheek', is dat niet net zoiets als dat 'bibliotheek vol boeken' van minister Vogelaar? Toch eens even kijken of mijn voorbeeld nog in wikipedia staat... (Nee, het is verwijderd. Dan zet ik 'boekenbibliotheek' er maar bij.)

Maar verder: lees dit artikel als je dat nog niet gedaan hebt; de rest van het stuk is ook zeer lezenswaardig.